Wat kan het kabinet doen tegen de stijgende huizenprijzen?

Nieuws   09-09-2021

In het kort

De huizenprijzen blijven maar door het dak gaan.

Het kabinet heeft een aantal knoppen waaraan het kan draaien om de woningmarkt te beïnvloeden.

Maar gemakkelijke oplossingen zijn er niet. Ze vergen of veel geld of veel lef.

Het lijkt maand op maand gekker te worden op de woningmarkt. De prijzen van koopwoningen blijven maar stijgen en nemen zelfs steeds harder toe. Een gemiddelde woning kost inmiddels ruim €400.000 en huizenverkopers kijken niet meer op als er een ton wordt overboden op de vraagprijs.

 

Voor steeds meer mensen wordt het kopen van een huis onbereikbaar met deze prijzen. Maar huren is ook duur en vind maar eens een huurhuis. De druk op de politiek neemt daardoor toe om iets te doen aan deze gekte. Je wilt immers niet dat een deel van de samenleving geen woning meer kan vinden. Maar wat kan de politiek eigenlijk doen? En hoe haalbaar zijn die maatregelen aan de formatietafel? Het FD licht er een aantal uit.

 

1. Bouwen, bouwen, bouwen

Nederland heeft een enorm woningtekort en het lukt al jaren niet om genoeg woningen bij te bouwen. Bouwen, bouwen, bouwen is dan ook de meest gehoorde oplossing voor de huidige woningnood in Nederland.

 

Het huidige demissionaire kabinet heeft zich op zich al als doel gesteld om tot 2030 bijna één miljoen woningen bij te bouwen. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. De afgelopen jaren bleef de nieuwbouw meestal achter op de doelen. Politieke partijen vinden daarom dat het Rijk zich weer meer moet gaan bemoeien met de woningbouw. En niet — zoals nu — alles overlaten aan de gemeenten en provincies. CDA wil weer een minister van Volkshuisvesting en D66 wil het ministerie van VROM in ere herstellen.

 

CDA wil weer een minister van Volkshuisvesting en D66 wil het ministerie van VROM in ere herstellen

Maar dat is niet genoeg: er is ook geld nodig, veel geld. Gemeenten en provincies komen namelijk €13 mrd tekort om hun woningbouwplannen voor 345.000 woningen waar te maken, bleek in juni uit een onderzoek in opdracht van het kabinet. En vlak daarna bleek ook nog eens €20 mrd van het Rijk nodig om de bouwplannen van bijna een half miljoen woningen in de grotere steden te verwezenlijken in de komende jaren.

 

Van woningcorporaties kun je eigenlijk ook niet verwachten dat ze het bouwtempo opvoeren zolang ze nog de verhuurderheffing moeten betalen. Maar die heffing afschaffen betekent ook weer €2 mrd in de schatkist.

 

Hoewel alle politieke partijen het er wel over eens zijn dat er meer huizen moeten komen, zal het aan de formatietafel nog lastig worden om miljarden voor woningbouw te vinden.

 

2. Fiscale ingrepen: het H-woord en box 3

Een gevoelig onderwerp, maar één die zeker thuis hoort in een discussie over huizenprijzen, is de hypotheekrenteaftrek. Deze regeling die de netto rentelast van een hypotheeklening verlaagt, is bedoeld om eigen woningbezit te stimuleren. Maar de hypotheekrenteaftrek bleek de afgelopen jaren ook een belangrijke motor voor de stijgende huizenprijzen in Nederland. Mensen krijgen immers meer armslag.

 

In 2014 is het kabinet daarom begonnen de hypotheekrente geleidelijk aan in te perken. Voor de PvdA, GroenLinks en D66 gaat deze afbouw niet ver genoeg. Zij willen de hypotheekrenteaftrek de komende jaren volledig afschaffen. VVD en CDA en PVV zien daar op hun beurt weer niets in. Electoraal ligt het 'H-woord' ook gevoelig. Zes op de tien huizen in Nederland zijn koopwoningen, en kopers willen hun voorrecht niet kwijt.

 

Behalve dat de hypotheekrenteaftrek de huizenprijzen opdrijft, leidt die ook tot ongelijkheid tussen kopers en huurders, zo stelt DNB

Behalve dat de hypotheekrenteaftrek de huizenprijzen opdrijft, leidt die ook tot ongelijkheid tussen kopers en huurders, zo stelt onder andere De Nederlandsche Bank (DNB). De overheid was dit jaar €8,8 mrd kwijt aan de aftrek, een voordeel dat huurders niet hebben.

 

Bovendien bouwen kopers met het aflossen van de hypotheek vermogen op. Als huurders zo'n zelfde bedrag opzijzetten als spaargeld, betalen zij daarover meer belasting. Dat komt omdat vermogen in de eigen woning wordt belast via het zogeheten eigenwoningforfait in box 1 en die is lager dan de belasting op spaargeld in box 3.

 

DNB vindt daarom dat ofwel het eigenwoningforfait stapsgewijs moet worden verhoogd ofwel de woning (en hypotheekschuld) verplaatst moet worden naar box 3. ChristenUnie wil het huis ook naar box 3 en D66 wil het eigenwoningforfait wel laten oplopen, maar of de geesten al rijp zijn voor zulke grote hervormingen, is nog af te wachten.

 

3. 'Jubelton' afschaffen

In een iets andere orde van grootte, maar toch het noemen waard, is de 'jubelton'. Deze regeling, waarbij ouders hun kinderen eenmalig €100.000 kunnen schenken om een huis te kopen blijkt de woningmarkt niet te helpen.

 

Het doel van de 'schenkingsvrijstelling' was dat mensen een minder grote hypotheek zouden aangaan. Dit moest onder meer huizenbezitters die onder water stonden — dus een hogere hypotheekschuld hebben dan wat hun huis waard is — verlichting geven. Maar in de praktijk blijken de kinderen de ton van pa en ma niet zozeer in te zetten voor een lagere hypotheekschuld, maar vooral om een duurder huis te kopen. Dat kwam deze zomer naar voren uit een kritische evaluatie van onderzoeksbureau SEO, in opdracht van staatssecretaris Hans Vijlbrief van Financiën.

 

Kinderen zetten de ton van pa en ma niet in voor een lagere hypotheekschuld maar om een duurder huis te kopen

Bovendien vergroot de regeling, die geldt sinds 2017, de ongelijkheid tussen arm en rijk, constateerde SEO. De schenkingen komen namelijk vooral terecht bij huishoudens die financieel toch al beter af zijn en hun armere generatiegenoten hebben het nakijken.

 

Onder andere D66 wil van de jubelton af. Dit lijkt een relatief gemakkelijk te nemen maatregel. Maar volgens emeritus hoogleraar fiscale economie Leo Stevens kan die wel tot boosheid leiden. 'De mensen met geld hebben er namelijk al lang van geprofiteerd en juist ouders die wat minder vermogend zijn en daarom langer aarzelen, vissen dan achter het net.'

 

4. Beleggers aanpakken

Beleggers kopen steeds meer huizen en dat zet druk op de toch al krappe woningmarkt. De afgelopen tien jaar kochten zij een kwart van de woningen in de vier grootste steden. Zij verkleinen zo de kans van starters op een woning. Uit onderzoek van het Kadaster en de Universiteit van Amsterdam blijkt bovendien dat de huizenprijzen in wijken waar beleggers actief zijn hoger liggen dan elders.

 

Daarbij staan huizenbeleggers er niet goed op. De huren zijn de afgelopen jaren omhoog geschoten. Een appartement in Amsterdam kost nu al gauw €1500 per maand. En er komen excessen voor, zoals huizen die in piepkleine hokken zijn opgedeeld en voor een hoge prijs worden verhuurd.

 

Vrijwel alle politieke partijen willen iets aan de opmars van beleggers doen

Het is dan ook niet verrassend dat vrijwel alle politieke partijen iets aan de opmars van beleggers willen doen. Het CDA en PvdA willen 'huisjesmelkers' en 'pandjesbazen' gaan belasten. De VVD hamert op de opkoopbescherming, waarmee gemeenten beleggers kunnen weren op de huizenmarkt. Een voorstel dat overigens al is aangenomen door de Eerste Kamer.

 

Volgens woningmarkteconoom Stefan Groot van Rabobank moet met zo'n opkoopverbod wel worden opgepast, omdat het plaatsen van schotten in de markt het functioneren van de woningmarkt uiteindelijk nog verder kan verslechteren.

 

GroenLinks, PvdA en de SP willen de vrije huursector bijna volledig afschaffen en huurprijzen reguleren via een puntenstelsel, zoals dat al geldt bij de sociale huur. VVD lijkt hiervan minder gecharmeerd, dus de kans dat dit gaat gebeuren lijkt klein.

 

5. Overwaarde belasten

En dan nog één keer een fiscale ingreep. Mensen hebben op dit moment soms een paar ton overwaarde op hun huis. Daardoor kunnen ze flink bieden op een nieuw huis. Dit leidt niet alleen tot hogere huizenprijzen, er ontstaat ook een vermogensongelijkheid tussen mensen met een huis en zonder huis. Een belasting op de overwaarde kan daar iets aan doen, opperde FD-columnist Anna Dijkman onlangs. Dit riep veel reacties op.

 

De Delftse hoogleraar Peter Boelhouwer zou dat ook wel een erg 'radicale' maatregel vinden voor Nederland. Het zou er onder andere toe leiden dat iemand die voor zijn werk naar een andere stad verhuist, niet meer hetzelfde soort huis zou kunnen kopen. Het idee stond overigens in geen enkel partijprogramma.

 

Lees het volledige artikel: https://fd.nl/economie/1411678/wat-kan-het-kabinet-doen-tegen-de-almaar-stijgende-huizenprijzen-nii1caySdwdQ